Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En er is [24]niemand, die Uw Naam [25]aanroept, die zich opwekt, [26]dat hij U aangrijpe; want Gij [27]verbergt Uw aangezicht voor ons, en Gij doet ons smelten, [28]door middel van onze ongerechtigheden. 24. Dat is heel weinigen. 25. Te weten met waar geloof en met oprecht berouw en leedwezen, gelijk het betaamt. 26. Te weten om U terug te houden, dat Gij niet voortgaat met ons in uwen toorn te slaan. Anders: die zich aan U vasthoudt. 27. Zie Deut.31:17. 28. Of, door de kracht van onze ongerechtigheden. Hebreeuws, door de hand onzer ongerechtigheden. De zin is: Onze zonden hebben het vuur van uwen toorn ontstoken, door hetwelk wij versmolten en verdelgd worden.